o. (-en),
1. gebied dat behoort aan een of meer particuliere personen;
2. ruimte of ruimte-elementen die aan de behoefte tot privacy tegemoet komen ©.
© Bij privaatdomeinen komen de volgende aspecten aan de orde:
1. aspecten van de woning;
a. bouwkundige aspecten, b.v. afsluitbaarheid van binnenruimten, glasoppervlak (visuele privacy), bouwtechnische uitvoering (auditieve privacy);
b. woningtype, waaronder de plattegrond; zo geeft b.v. de patiowoning de meeste auditieve, visuele en territoriale privacy;
c. buitenruimten, zoals achtertuin, balkon, patio en semi-privé-buitenruimten, zoals entree en stoep;
2. aspecten van de woonomgeving;
a. de woonvorm, b.v. eengezins- of meergezinshuis;
b. verkaveling, b.v. open of gesloten bouwblokverkaveling, rijen, stroken- en hofjesverkaveling;
c. de bebouwingsdichtheid;
d. menging van woonvormen, b.v. hoogbouw in nabijheid van laagbouw vermindert de visuele privacy in buitenruimten van de woning;
e. afstand tussen bouwblokken;
f. ligging van de woning in het centrum of aan de rand van een woongebied;
g. de indeling en vormgeving van de open ruimten, b.v. beplanting, situering van kinderspeelplaatsen en parkeerplaatsen;
3. aspecten van het woonmilieu die betrekking hebben op de privacy in openbare gebieden, met andere woorden de mogelijkheden om zich eveneens in het openbaar gebied te kunnen afzonderen.
Litt. Instituut voor Toegepaste Sociologie, Nijmegen, De anonimiteit van de bewoner (1968); F.Grünfeld, Habitat en Habitation (1970).