Gepubliceerd op 17-01-2021

Noord-korea

betekenis & definitie

(Tsjo-Son), democratische volksrepubliek op het noordelijk deel van Korea, begrensd door China, de Japanse Zee, Zuid-Korea en de Gele Zee, 120538 km2. Hoofdstad: Piongiang.

ECONOMIE Het economisch plan voor de jaren tachtig heeft als voornaamste doelstellingen: opvoeren van de elektriciteitsproduktie, de steenkoolwinning en de staal- en cementproduktie. Van 1970-80 steeg de industriële produktie met 400 %.

POLITIEK De besprekingen met Zuid-Korea over hereniging van de twee Korea’s, die in 1973 plaats zouden vinden, werden afgelast. De betrekkingen tussen de beide landen bleven betrekkelijk slecht door een aantal botsingen in 1974 tussen Noord- en Zuidkoreaanse schepen in omstreden wateren. Propagandacampagnes die sinds de overeenkomst in 1972 waren afgeschaft, werden weer hervat. Kleine grensincidenten bleven plaatsvinden.

Noord-Korea heeft aanzienlijk succes gehad in zijn streven naar grotere internationale erkenning en steun, m.n. van de kant van de derde-wereldlanden. In 1970 hadden maar 36 landen de Noordkoreaanse regering erkend, maar tegen het eind van 1976 had Noord-Korea met 53 landen diplomatieke betrekkingen aangeknoopt. Een motie, gesteund door Noord-Korea, die de terugtrekking van de troepen van de VN uit Zuid-Korea eiste, werd in de VN in 1974 maar net verworpen.

In 1977 zocht Noord-Korea toenadering tot de VS en Japan. Het weigerde echter met Zuid-Korea te onderhandelen. In aug. 1977 bezocht de Joegoslavische president Tito Noord-Korea. De onderlinge betrekkingen stonden ter discussie in een gesprek met Kim II Song. Beiden benadrukten het recht van elke communistische partij een eigen politieke lijn te volgen. Ook leiders van Cambodja en Laos brachten een bezoek aan Piongiang.

In dec. 1977 verkoos de Volksvergadering eenstemmig Kim II Song opnieuw tot president. Li Jong Ok, een econoom, werd tot premier benoemd. Zijn benoeming werd uitgelegd als een verzwakking van de radicale vleugel van de Communistische Partij ten gunste van de gematigden. De gedoodverfde opvolger van Kim, zijn zoon Kim Tsjong II, schijnt van het politieke toneel verdwenen te zijn. Op de lijst voor de Volksvergadering kwam zijn naam noch die van zijn rivaal, Kims jongere broer Kim Jong Joe, voor. Kim Kiong II, een jongere halfbroer, werd de voornaamste kandidaat voor de opvolging van zijn vader.

In 1980 zette Kim Tsjong II echter zijn politieke carrière voort. Op het zesde partijcongres in okt. werd hij formeel aangewezen als opvolger van zijn vader en werd hij de tweede in rang in de partijhiërarchie. Op 12.1.1980 nam Noord-Korea een formeel diplomatiek initiatief bij Zuid-Korea tot hervatting van de Noord-Zuiddialoog over de nationale herenigingLitt. B.G.Cumings, Kim’s Korean communism (in: Problems of Communism, 1974); J.J.Kim, Communist policies in North Korea (1975); R.F.Rogers, Korea: old equation, new factors (in: Orbis, 1975); D.S.Zagoria en Y.K.Kim, North Korea and the major powers (in: Asian Survey, 1975); Dae-Sook Suk en Chae-Jin-Lee, Political leadership in Korea (1976); B.C.Koh, North Korea 1976 (in: Asian Survey, 1977); Chong-Sik Lee, New paths for North Korea (in: Problems of Communism, 1977).

< >