eigenlijk: Giovanni Bruno Erné, Duits schrijver, *31.10.1921 Berlijn; van Italiaanse afkomst. Erné studeerde in München en Berlijn.
Hij was o.a. dramaturg van het Beierse Staatstheater en leraar aan de toneelschool in München. Hij wasgerekend, bestaan echter zeer uiteenlopende meningen, die afhangen van het land waarvan de energievoorziening in ogenschouw wordt genomen maar ook van de aard van de beschouwer (milieugroeperingen zullen kernenergie als alternatief afwijzen). In Nederland, dat over een grote aardgasvoorraad beschikt en voor ca. 50 % van de energievoorziening afhankelijk is van het aardgas, zal aardgas niet als een alternatieve energiebron voor aardolie worden beschouwd. Door het verbod van de regering aardgas te gebruiken voor de elektriciteitsvoorziening moest daar zelfs op aardolie als alternatief worden overgegaan. In Frankrijk heeft de regering bewust gekozen voor kernenergie als alternatieve energiebron. Milieuorganisaties vinden dat de fossiele brandstoffen zoveel mogelijk behouden moeten blijven voor doelen waarvoor zij onontbeerlijk zijn en dat alle inspanning moet zijn gericht op de ontwikkeling van schone energiebronnen die bovendien vrijwel onbeperkt zijn (zonne-energie, windenergie, waterkracht). Voor een aantal landen (m.n. ontwikkelingslanden) kan de energiewinning uit biomassa’s of de produktie van b.v. → alcohol uit suikerriet ter vervanging van benzine een bijdrage betekenen voor het terugdringen van het gebruik van fossiele brandstoffen.Biomassa Onder biomassa wordt verstaan alle materie die door biosynthese onder invloed van het zonlicht wordt geproduceerd en waarbij cellulose, suikers en vele andere koolstofverbindingen worden gevormd. De term biomassa wordt ook gebruikt voor koolstofbevattende materie die wordt gewonnen uit primair uitgangsmateriaal, b.v. graan, suikerriet, bomen, of uit secundair organisch materiaal zoals keukenafval, vuilnis, mest.
Geschat wordt dat de totale wereldwijde biomassaproduktie een hoeveelheid energie zou kunnen leveren die overeenkomt met 1500 mln. barrels aardolie per dag, hetgeen tien maal zoveel is als het wereldenergieverbruik. Doordat echter deze produktie vrijwel volledig noodzakelijk is voor de voorziening van o.a. voedsel, vezels en bouwhout achten experts het onwaarschijnlijk dat uit biomassa’s meer dan 1 % van de wereldenergiebehoefte kan worden gewonnen. Dit betekent niet dat in de ontwikkelingslanden biomassa’s geen welkome bijdrage aan de energievoorziening zouden kunnen leveren. Gewassen die geschikt zijn om er energie mee op te wekken zijn: 1. gewassen met een hoog suiker- of zetmeelgehalte die gemakkelijk kunnen worden gefermenteerd en omgezet in een gasvormige of vloeibare brandstof, zoals ethanol. Daartoe behoren suikerriet, suikerbiet, maïs, cassave, sorghum, ananas en aardappel; 2. bomen zoals eucalyptus, populier. Het hout kan als snoeihout, hakhout of kreupelhout worden geoogst; 3. snelgroeiende waterplanten en algen, zoals de waterhyacint en zeewier.
Beide kunnen anaërobisch worden gefermenteerd, waarbij methaan (60 %) en kooldioxide (40 %) ontstaan; 4. gewassen die energierijke stoffen produceren (palmolie, latex). Afb.p.225. LITT. D.Hawdon, World transport of energy in 1985 (1980).
