een in de jaren zeventig opgekomen leeswijze van de evangeliën, die rekening wil houden met het feit dat de schrijver milieuen cultuurgebonden was, derhalve sociaal-economisch gedetermineerd. Anders dan bij de gangbare moderne exegese hanteert men in de materialistische exegese een semiotiek, m.n. die van R.Barthes.
De term materialistisch duidt op de historisch-materialistische kennistheorie volgens Marx, maar deze is verrijkt met nieuwe inzichten inzake psychologische en sociale problematieken, zoals menselijke verlangens en klassenbelangen. Men zoekt een verbinding tussen de tekst en de sociale omgeving waarin deze is ontstaan, en wil dus rekening houden met de maatschappelijke verhoudingen en de belangenconflicten waarbinnen de evangelist zich heeft bewogen. Zijn boodschap acht men daardoor minstens gekleurd, of zelfs het produkt ervan. De voorstanders van de materialistische exegese verwachten van hun benadering een nauwere aansluiting bij de messianistische verwachtingen van het OT , en tegelijkertijd een overbrugging van de bijna 2000 jaar brede kloof tussen de auteur en de lezer van nu, zonder te ‘verzanden’ in latere correcties, theologie en kerugma.Litt. R.Barthes, S/Z (1970); F.Belo, Lecture matérialiste de 1'évangile de Mare (1974).