terrein in de staat New York (VS) waar zich een gifschandaal afspeelde, dat wereldwijd aandacht kreeg. In het begin van de jaren negentig van de 19e eeuw begon W.T.Love bij de stad Niagara Falls met het graven van een kanaal met de bedoeling goedkope waterkracht te winnen.
Love ging echter failliet en het project werd nooit afgemaakt.In de jaren twintig van de 20e eeuw begonnen de stad en verscheidene industrieën hun afval in dit stuk kanaal van 3 m diep te storten; in de jaren veertig werd dit voorbeeld gevolgd door het chemisch bedrijf Hooker Chemical Co. In 1947 kocht dit bedrijf het 6,5 ha grote terrein en stortte er in de loop van de daarop volgende jaren 21800 t chemisch afval in, waaronder ca. 200 t trichloorfenol. In 1953 werd het lozen gestaakt en werd de belt afgesloten met een laag klei. In datzelfde jaar werd het terrein voor het symbolische bedrag van $ 1,- verkocht aan de stad. In de akte van overdracht waarschuwde Hooker Chemical Co. voor het chemisch afval. Desalniettemin werd er op het land dat aan het kanaal grensde een lagere school gebouwd, werd er een weg aangelegd over de belt en werden stukken van het terrein verkocht aan een projectontwikkelaar, die er eengezinswoningen op bouwde.
In de loop van de jaren zeventig kwam de belt in beroering. Aanvankelijk hadden de bewoners slechts klachten over stank. Vanaf 1976 namen de klachten echter toe; het afval, waaronder verrotte vaten, dook op in o.a. achtertuinen en op de speelplaats van de school. In 1979 bleek dat er chemische stoffen in de huizen aanwezig waren en werden op het terrein meer dan 80 chemische stoffen geïdentificeerd , waaronder dioxine. Van de tien chemische stoffen (o.a. benzeen) die in de huizen werden aangetoond, zijn er zeven kankerverwekkend. Het onderzoek bracht tevens aan het licht dat er bij de daar wonende gezinnen sprake was van een ongewoon hoog aantal miskramen, aangeboren afwijkingen, geestelijke achterstand bij kinderen en bloedafwijkingen. Ook bleken volwassenen vaak te klagen over leverkwalen en zenuwstoornissen.
Op 2.8.1978 sloot de staatsgezondheidscommissie de school vanwege het gevaar voor de gezondheid en ried zij zwangere vrouwen en kinderen jonger dan twee jaar aan te evacueren. Op 7.8.1978 kondigde de gouverneur van New York aan dat de staat de huizen die het dichtst bij de gifbelt lagen zou kopen, de 237 gezinnen zou evacueren en voor nieuwe woningen zou zorgen. Op diezelfde dag riep president J.Carter het gebied uit tot rampgebied, waardoor de gezinnen in aanmerking kwamen voor federale steun.
