v. (-n, -s), halfgeleiderfotodiode met interne versterking.
© Bij een lawinefotodiode legt men over de diode een grotere keerspanning aan dan bij een gewone halfgeleiderfotodiode (-»-fotodiode). Hierdoor worden de elektronen die in de diode vrijgemaakt worden door eropvallende fotonen, versneld. Bij voldoend hoge keerspanning (ca. 200 V) krijgen de elektronen een zo grote kinetische energie dat zij bij botsingen met atomen in het halfgeleiderkristal nieuwe elektronen losslaan. Eén foton kan dan een groot aantal (een lawine van) secundaire elektronen teweegbrengen. De stroomstoot ten gevolge van het invallen van een foton is dan ook veel groter dan bij een gewone fotodiode; er treedt interne versterking op. Ook de ruis wordt groter, maar gebleken is dat de totale ruis van een combinatie lawinefotodiodeversterker met een bepaalde versterkingsfactor minder is dan de totale ruis van een combinatie gewone fotodiode-versterker met dezelfde totale versterkingsfactor. Lawinefotodiodes worden o.a. gebruikt als detector bij systemen voor → optische telecommunicatie.