Gepubliceerd op 17-01-2021

Kongo

betekenis & definitie

(République Populaire du Congo), volksrepubliek in equatoriaal Afrika, begrensd door de Atlantische Oceaan, Gabon, Kameroen, Centraalafrikaanse Republiek en Zaïre, 342000 km2. Hoofdstad: Brazzaville.

BEVOLKING en ECONOMIE Kongo had in 1979 een bevolking van ca. 1,4 mln. Het land heeft een snel groeiend inwonertal (gemiddeld 2,7 % per jaar tijdens de periode 1970-77) dank zij een groot geboortenoverschot (geboortencijfer: 46%oin 1977, sterftecijfer: 19 %o). De bevolking is dan ook zeer jong. De gemiddelde verwachte levensduur bij de geboorte bedraagt slechts 46 jaar. Kongo behoort tot de armste ontwikkelingslanden in de wereld. Het is een agrarische staat.

De landbouwsector vertegenwoordigt wel 36 % van de werkgelegenheid, maar amper 11 % van het bruto nationaal produkt (BNP). Slechts 2 % van de oppervlakte is ingenomen door akkerland; 42 % is weidegrond en 44 % is met bos bedekt. De landbouwproduktie per hoofd is niet alleen gering, maar neemt bovendien af. De voornaamste gewassen leveren, samen met enkele mijnbouwprodukten (aardolie, kaliumcarbonaat), ruim 88 % van de uitvoerwaarde op. De invoer bestaat voor 75 % uit industrieprodukten. De aardolieproduktie neemt maar zeer traag toe: 2 mln. t in 1979.

Nieuwe aardolievelden werden in ontginning genomen in Likwala, Lwango en Emeraude. Ook met de winning van aardgas werd, weliswaar op beperkte wijze, een begin gemaakt. De aardgasreserves worden op 28 mrd. m3 geschat.

POLITIEK Begin 1978 werd het proces afgesloten tegen de moordenaars van de in 1977 vermoorde president Ngouabi. De Franse advocaat Choukroun (waarnemer van de Internationale Federatie voor de Mensenrechten), die het land werd uitgezet, sprak over bedreiging van getuigen en belemmering van de verdediging. Omdat leden van een sekte bij de moord betrokken waren geweest, werden op de grote kerken na alle godsdienstige gemeenschappen verboden.

Een nieuw complot in aug. 1978 leidde tot beschuldigingen aan westerse mogendheden en de instelling van een speciale rechtbank. Ook kondigde president Yhombi-Opango een zuivering van openbare instellingen en particuliere bedrijven aan. Economische problemen en groeiende kritiek vormden de achtergrond van onrust.

Op 5.2.1979 vond een paleisrevolutie plaats. Het staatshoofd Yhombi-Opango en het regerende militaire comité droegen hun bevoegdheden over aan het Centraal Comité van de Parti Congolais du Travail (PCT). Drie dagen later benoemde dit de rivaal van Yhombi-Opango, de minister van Defensie kolonel Sasson Nguesso, tot zijn opvolger. Op 31 mrt. koos een buitengewoon pcT-congres hem tot president en regeringsleider.

In okt. 1979 werd bekend dat in de maand daarvoor ca. 600 geselecteerde Kongolese kinderen zonder medeweten van hun ouders naar Cuba waren overgebracht voor een enkele jaren durende militaire opleiding tot ‘pioniers van de revolutie’. Zij zullen het toekomstig kader van het land moeten vormen. Kongo sloot verdragen met andere ‘revolutionaire’ staten, Benin, Angola en Ethiopië, maar volgde in het algemeen een gematigde koers. In mei 1978 bezocht een belangrijke Oostduitse militaire missie Kongo. Kongo erkende de bevrijdingsbeweging van de Westelijke Sahara, Frente Polisario. Geruchten over Kongolese deelneming aan de strijd in Angola (tegen UNITA) werden tegengesproken.

< >