Gepubliceerd op 17-01-2021

International monetary fund

betekenis & definitie

(IMF), internationaal monetair samenwerkingsverband, een gespecialiseerde organisatie van de VN. Het IMF werd opgericht om de monetaire stabiliteit en de internationale handel te bevorderen, en een multilateraal betalingssysteem op te zetten.

In 1980 bedroeg het aantal leden 141. Tot de niet-leden behoren o.a. Zwitserland en praktisch alle communistische landen (behalve Joegoslavië en Roemenië). De Executive Board of Directors werd in 1978 uitgebreid van 20 naar 21. Saoedi-Arabië kreeg toen ook het recht om er een te benoemen. President is sedert 1.7.1979 de Fransman Jacques de Larosière de Champfeu.

Bij de tweejaarlijkse afweging van de SDR’S (special drawing rights, speciale trekkingsrechten) werden de Deense kroon en de Zuidafrikaanse rand in de ‘valuta-mand' vervangen door de Iraanse en de Saoedi-rial. De verdeling werd toen als volgt: VS $ 33 %, DM 12,5 %, Engelse £ 7,5 %, FF 7,5 %, Japanse yen 7,5 %, Canadese $ 5 %, Italiaanse lire 5 %, Ned. gulden 5 %, BF 4 %, Saoedi-rial 3 %, Zweedse kroon 2 %, Iraanse rial 2 %, Australische $ 1,5 %. DesDR kwam toen ongeveer overeen met f 2,57. Per 1.1.1981 verminderde het IMF het aantal valuta’s op basis waarvan de waarde van de SDR'S wordt berekend van 16 naar 5 (VS dollar, D-mark, yen, Franse frank en pond sterling). De omrekening werd zo uitgevoerd dat er geen verandering in de waarde van de SDR’S kwam. Deze was eind 1980 ongeveer f 2,79.

Volgens de nieuwe methode was de verdeling: VS S 42 %, D-mark 19 %, en de drie andere munten elk 13 %. Nadat de SDR was losgekoppeld van het goud, kon de goudvoorraad van het IMF aan de orde worden gesteld. Besloten werd om een deel ervan binnen vier jaar te verkopen. De opbrengst zou voor de helft teruggaan naar de landen die het gestort hebben, de andere helft zou ten goede komen aan het Trust Fund die het zou gebruiken om olie-importerende landen een rentesubsidie te geven op leningen die ze moeten aangaan om hun betalingsbalanstekorten, veroorzaakt door de stijging van de olieprijzen en de inflatie in de industrielanden, te dekken.Het IMF zoekt middelen om deze tekorten te dekken en weg te werken door een beperkend binnenlands beleid, met alle recessiemogelijkheden van dien. De eisen die het IMF dienaangaande stelt, worden dan ook als zeer drukkend en bevoogdend ervaren. Als extra leningsfaciliteit is in 1974 het Oliefonds opgericht waarvan het geld voornamelijk afkomstig is uit landen van de OPEC, van het in 1977 opgerichte Witteveenfonds (naar de toenmalige president van het IMF) en van industriële landen die geen belang hebben bij beperkende maatregelen in landen met betalingsbalanstekorten.

Vanuit de ontwikkelingslanden kwam veel kritiek op de eisen van het IMF. Naar hun mening zijn deze wel geschikt als therapie voor moeilijkheden van industrielanden (waarvoor het IMF in eerste instantie na de Tweede Wereldoorlog werd opgericht), maar niet voor ontwikkelingslanden, waar deze tekorten structureel zijn en waar de verplichte bezuinigingen zeer hard aankomen bij de toch al arme bevolking. De leningen zouden daarom een veel langere looptijd moeten hebben. In 1979 stelde de Ontwikkelingscommissie van het IMF voor, de looptijd van de leningen op middellange termijn te verlengen van acht naar tien jaar. In 1980 kondigde de president aan dat de bank voortaan ook ontwikkelingsprogramma's zal steunen, ook als deze een lange looptijd hebben. Hiertoe moeten de middelen aanzienlijk uitgebreid worden.

Voor een deel zijn deze afkomstig uit een verhoging van de bijdragen (vooral door de VS); daarnaast sloot het i M F in 1981 een belangrijke lening bij de OPEC. In 1980 diende de Volksrepubliek China een aanvraag tot lidmaatschap in.

< >