Gepubliceerd op 17-01-2021

Götz friedrich

betekenis & definitie

Duits operaregisseur, *4.8.1930 Naumburg. Van 1949-53 studeerde Friedrich theaterwetenschappen te Weimar.

In 1953 werd hij dramaturg en regieassistent bij de Komische Oper te Berlijn, waar hij in 1959 regisseur werd en sinds 1968 als hoofdregisseur werkte. Van 1957—75 was hij tevens de belangrijkste medewerker van de operaregisseur W.Felsenstein. Voor de Komische Oper ensceneerde Friedrich o.a. Cosi fan tutte van W.A.Mozart (1962), Salome van R.Strauss (1963) en een eigen bewerking van Die Heimkehr des Odysseus van C.Monteverdi (1966). Hij vertaalde en bewerkte verscheidene opera's. Bovendien werkte hij als film- en televisieregisseur.

In 1970 ging Friedrich operaregie doceren aan de Deutsche Hochschule für Musik te Oost-Berlijn. In 1973 werd hij hoofdregisseur van de Staatsoper te Hamburg. In verscheidene Europese operahuizen, o.a. Covent Garden te Londen, werkte hij als gastregisseur. Werken: Die humanistische Idee der Zauberflöte (1954), Die Zauberflöte in der Inszenierung W.Felsensteins an der Komischen Oper Berlin 1954 (1958), W.Felsenstein — Weg und Werk (1961), Zwanzig Notizen zu einer Aufführungskonzeption von Porgy and Bess (1968—69), (met W.Felsenstein en J.Hertz) Musiktheater. Beiträge zur Methodik und zu Inszenierungs-Konzeptionen (1970; met bibliografie) .

< >