Ned. kerkgenootschap dat haar ontstaan dankt aan twee afsplitsingen van de Ned. Hervormde Kerk.
Hoewel er in de jaren zeventig sprake was van een kleine teruggang in ledental, kennen de Gereformeerde Kerken een bloeiend gemeenteleven, dat mede te danken is aan de gunstige leeftijdsopbouw van de plaatselijke kerken. Aan het gereformeerde jeugdwerk namen in 1980 ca. 130000 jongeren deel. Het Landelijk Centrum voor Gereformeerd Jeugdwerk is daarmee de grootste instelling op dit terrein in Nederland.Gedurende verscheidene zittingen heeft de generale synode zich beziggehouden met geloofszaken en met vraagstukken op maatschappelijk en ethisch gebied. Na een jarenlange discussie over de verzoeningsleer, op gang gebracht door de publikaties van de Amsterdamse studentenpredikant H.Wiersinga, wees de synode Wiersinga’s opvattingen over het plaatsvervangend lijden van Jezus Christus af. In een herderlijk schrijven, getiteld Verzoening met God en met mensen, ging de synode in 1976 in op de gerezen vragen en probeerde aldus leiding te geven aan de kerken. Daarnaast vroegen liturgische kwesties (o.a. de kindercommunie) de aandacht, alsmede maatschappelijke problemen: moderne levensstijl, kernenergie, verslaving, homofilie. De milde houding tegenover homofielen dreigt de band tussen de Gereformeerde Kerken in Nederland en enige buitenlandse zusterkerken te verstoren. Eind 1980 gaf de synode haar goedkeuring aan het rapport Schriftuitleg en Schriftgezag, dat aansluit bij de gangbare conclusies van de moderne bijbelwetenschap. Het zorgde voor enige beroering bij m.n. de fundamentalisten.
De samenwerking met de Ned. Hervormde Kerk in het kader van ‘Samen op Weg’ groeit nog elk jaar. Steeds meer plaatselijke kerken gaan over tot vormen van samenwerking met een hervormde gemeente. Ook op bovenplaatselijk niveau groeit er samenwerking: in zendings- en vormingswerk, op het gebied van liturgie en catechese. [dr.C.P.van Andel]