v., de wetenschap van de klieren met inwendige afscheiding (endocriene klieren), hun produkten (hormonen) en de effecten daarvan op het organisme.
© In de jaren zeventig is een aantal biochemische methoden ontwikkeld voor het zuiveren van hormonen en de bepaling van de chemische samenstelling daarvan. Daarnaast is in veel gevallen ook duidelijk geworden langs welke weg hormonen worden gesynthetiseerd. Van een klein aantal hormonen is tevens een deel van het werkingsmechanisme bekend geworden. Histologen (weefselkundigen) hebben gegevens kunnen leveren over de plaats in de kliercel waar de hormonen worden gevormd, dank zij onderzoek met de lichtmicroscoop en met de elektronenmicroscoop. Hiertoe worden aan de kliercelpreparaten stoffen toegevoegd die zich specifiek aan het te onderzoeken hormoon hechten. Deze stoffen zijn gemerkt met een radioactief isotoop of met een sterk fluorescerende molecuulgroep, zodat zij onder de microscoop zijn terug te vinden (→ autoradiografie).
Deze zelfde, zich specifiek aan het hormoon hechtende stoffen kunnen worden gebruikt om zeer kleine hoeveelheden hormonen kwantitatief te bepalen in het bloed. Hierdoor is het mogelijk geworden stoffen te vinden die de synthese en de werking van hormonen kunnen beïnvloeden. Als resultaten van zulke onderzoekingen zijn te noemen: het toepassen van hormonale anticonceptie (‘de pil’) en het diagnostisch of therapeutisch toepassen van neuropeptiden (hormoonachtige stoffen die in zenuwweefsel worden geproduceerd) uit de hypothalamus om sommige hypofysefuncties te beïnvloeden. Het ontstaan en de groei van sommige gezwellen blijkt een hormonale achtergrond te hebben. Het ontstaan van borstkanker b.v. hangt samen met de hoeveelheid vrouwelijke hormonen die geproduceerd wordt.
De endocrinologie vindt ook toepassing in de landbouw (opvoering van de vruchtbaarheid van landbouwhuisdieren), in de viskwekerij (het tot voortplanting brengen van vissen in gevangenschap), en bij de insektenbestrijding (b.v. het met hormonen als ecdyson verstoren van de normale ontwikkeling van schadelijke insekten).
LiTT. T.B.van Wimersma Greidanus en S.G.T.Hulst, Inleiding tot de endocrinologie (1975).