Gepubliceerd op 05-06-2021

Brandhout

betekenis & definitie

o., 1. hout bestemd voor verbranden.

© Vele eeuwen lang was hout vrijwel de enige energiebron voor de mens. Reeds in de middeleeuwen leidde het houtverbruik tot ontbossingen.

Zo moest Londen overschakelen op steenkool toen het hout schaars werd. Hout speelt in de meeste moderne samenlevingen echter nauwelijks meer een rol van betekenis in de energievoorziening. Het Ned. bosareaal is b.v. ca. 300000 ha en hiervan zal de houtproduktie ten hoogste 1 mln. m3/jaar kunnen zijn, wat overeenkomt met een bijdrage van 0,3 % aan het Ned. energieverbruik in 1980. Mogelijk is de situatie iets gunstiger voor hout dat speciaal als brandhout geteeld is op zgn. energieplantages. Hier worden snelgroeiende houtsoorten geteeld, zoals populieren, berken en wilgen. Men heeft berekend dat een energieplantage ter grootte van 1 km2 voldoende brandhout kan leveren voor de verwarming van 450 woningen. De energie-inhoud van hout is laag, van droog hout ca. 19 MJ/kg, van vers hout ca. 17 MJ/kg. De energie-inhoud van b.v. steenkool is 29 MJ/kg. Aan de houtproduktie ten behoeve van de energievoorziening kleeft het bezwaar dat er energie nodig is voor de aanleg, het onderhoud en voor de benodigde kunstmest. In dunbevolkte bosrijke gebieden, zoals in Zweden, Canada en de VS, kan het hout uit de bossen wel een substantiële bijdrage leveren aan de energievoorziening.

De verbranding van hout in een open haard e.d. is een zeer inefficiënt proces, waarbij een groot deel van de warmte door de schoorsteen verdwijnt. Veel efficiënter zijn de gesloten houtkachels (tegelkachels e.d.), die echter minder sfeervol zijn. Maar ook door dit type kachel worden vele verontreinigde stoffen in de atmosfeer gebracht. Een milieuvriendelijke verbranding van hout is alleen mogelijk in ovens die een voorziening hebben voor het zuiveren van de rookgassen. Brandhout is voor vele ontwikkelingslanden nog steeds een zeer belangrijke energiebron, m.n. voor het koken. Dit heeft geleid tot ontbossingen, vooral rond plaatsen met grote bevolkingsconcentraties, zodat de bevolking grote afstanden af moet leggen om aan brandstof te komen. Deze brandhoutschaarste vormt een directe bedreiging voor de volksgezondheid. Immers het toch al weinige voedsel wordt onvoldoende lang gekookt en kan daardoor onvoldoende in het lichaam opgenomen worden; bovendien zijn niet alle ziektekiemen gedood. De ontbossing leidt tot bodemerosie en bevordert de woestijnvorming wat op den duur het voedseltekort van de bevolking nog verergert. Een mogelijk oplossing voor deze schaarste vormen projecten die een combinatie vormen van energieplantages (bomen) en voedselplantages (tussen de bomen geteeld laagblijvende gewas).

< >