(ABM-systeem), geheel van verdedigingsmiddelen tegen vijandelijke ballistische raketten.
© Terwijl de USSR reeds in 1964 begon met de installatie van een ABM-systeem rond Moskou, werd de uiteindelijke beslissing voor de plaatsing van het Amerikaanse Safeguard-systeem pas in 1969 genomen. Safeguard omvatte vier hoofdonderdelen:
1. een exo-atmosferische onderschepper de Spartan, met een zware kernlading (2-5 megaton), waardoor de uitwerkingsstraal verscheidene kilometers bedraagt;
2. een anti-raket-raket, de Sprint, met een zeer groot acceleratievermogen en een kernlading van enkele kilotonnen, voor interceptie in de atmosfeer;
3. een perimetrische opsporingsradar, de PAR (Perimeter Acquisition Radar), met een zeer grote reikwijdte, voor snelle waarschuwing en bepaling van de aanval; de PAR is in staat op een afstand van 4200 km een doelwit van 1 m2 te onderscheiden;
4. een doelvolgradar voor de telegeleiding van de raketten, de MSR (Missile Site Radar), met een reikwijdte van 1600 km, waardoor interceptie zowel binnen als buiten de atmosfeer mogelijk wordt.
Het systeem vertoonde echter verscheidene zwakke punten, o.a. de kwetsbaarheid van de MSR, de ontoereikende capaciteit van de geassocieerde computers en de kostprijs. Het werd operationeel in okt. 1974, maar reeds in jan. 1975 werd het buiten werking gesteld.
Ondertussen was op 26.5.1972 in Moskou het ABM-verdrag tussen de VS en de USSR gesloten. Beide partijen verbonden zich ertoe niet meer dan twee ABM-systemen op te stellen: een rond de hoofdstad en een rond een icBM-lanceerzone (→ inter Continental ballistic missile). Elk systeem mocht niet meer dan 100 interceptoren en 100 lanceerinrichtingen tellen. Een bijkomend protocol van 3.7.1974 beperkte het aantal systemen tot één enkel.
Niettegenstaande deze verdragen werden de studies en de proefnemingen om tot een volwaardig ABM-systeem te komen onverminderd voortgezet. Men bestudeert voornamelijk systemen die op hetzelfde principe berusten als de Safeguard. Een ander systeem zou zich aan boord van satellieten of aan boord van conventionele jachtvliegtuigen bevinden.