Nieuwe encyclopedie van Fryslân

Meindert Schroor PhH (2016)

Gepubliceerd op 10-01-2025

Zijlroede

betekenis & definitie

Watergang waarlangs het water richting zijl stroomt.

Bij het aanleggen van dijken werden geulen en slenken dikwijls afgedamd. Om het bedijkte gebied te kunnen laten afwateren maakte men een zijl in de dijk op de plaats waar een vroegere geul was afgedamd. Een vaak al bestaande watergang werd dan door de betrokkenen van het gebied vergraven, aangepast en benoemd naar de functie. Het bestanddeel ‘roede', verwant aan ‘rooien', zal met het graven hebben te maken. In oudere bronnen wordt een water met deze functie ook dikwijls als sylried aangeduid. (& Ried). Bij het maken van grotere polders werd de watergang dikwijls net zo aangeduid. Als synoniemen werden ook zijltocht, zijlsloot, zijltjesloot e.d. nu en dan gebruikt. Met het verdwijnen van de zijl of sluis, verdween soms ook de naam waaronder het water bekend stond of werd vervangen door een andere. Met zijlroede samengestelde namen bleven echter ook in de nieuwe situatie wel bewaard. Huidige waternamen met zijlroede e.d. zijn: Aldsylroede (178 - 561); Grutte Sylroede (O. Makkum); Jouster Sylroede (Joure-Noarder Aldewei); Lytse Sylroede (ZO. Makkum); Sibrandabuorster Sylroede (179 - 562); Sylroede (W. Lemmer); Sylsleat (O. Beetgumermolen); Sylster Rak (W. Leeuwarden); Sylster Ryd (N. Kollum); Syltsjesleat (ZW. Akmarijp; W. Raerd) Tersoalster Sylroede (180 - 593).

Zie: Waternamen 462-472; Dijk- en Waterschapsrecht 1843-1844.

< >