Vissersschip in de late 19e eeuw ontwikkeld in Lemmer voor vissers met een kleine beurs.
Uitgangspunt waren enerzijds de schouwen van het binnenwater met plat voor- en achterbord en anderzijds de globale vormen van reeds bestaande vissersschepen. De kop was hoog opgetrokken; het grootste volume lag ongeveer ter hoogte van de mast. De romp bestond uit afwikkelbare delen. De tuigage behelsde een gaffelzeil met losse broek aan de giek, een op de voorsteven gehalste fok en een kluiver. Thans geniet de zeeschouw met kajuit grote populariteit als stoer en betrouwbaar jacht, behorend tot de ronde en platbodemjachten.Zie: Huitema, T., Ronde en platbodemjachten (8e druk, 2000); Kampen H. e.a., Schepen die voorbijgaan (1927).