Mannenklooster, waarschijnlijk gesticht in 1337 maar eerst in 1343 opgenomen in de orde als 32e klooster van de Duitse provincie.
Gevestigd bij een vermoedelijk al bestaande Michaëlskapel, die in het klooster werd geïncorporeerd en de status van parochiekerk verwierf. Het klooster beleefde een bloeitijd in de 14e eeuw, telde toen 15-20 leden en beschikte over een aanzienlijke bibliotheek. Na een periode van verval werd eind 15e eeuw de tucht hersteld op initiatief van de generaal-overste Johannes Soreth. In de 16e eeuw verviel het door gebrek aan inkomsten in armoede. In 1564/1565 namen vijf jezuïeten er hun intrek en richtten een Latijnse school op. Zij vertrokken echter weer snel. Het convent werd in 1580 opgeheven. Zie: Jacobs, A., Monasticon Carmelitanum Neerlandicum (2011) 560577.