Nieuwe encyclopedie van Fryslân

Meindert Schroor PhH (2016)

Gepubliceerd op 10-01-2025

Witmarsum - Wytmarsum

betekenis & definitie

Terpdorp (160 - 568) in Súdwest-Fryslân, tot 2011 in Wûnseradiel, waarvan het sinds 1880 de hoofdplaats was.

Opp. ca. 1.286 ha. voorm. kwelderwal, kweldervlakte en oude zeepolder (Marne) vnl. in gebruik als akkerland en grasland. Inw.: 811 (1840), 1.394 (1900), 1.683 (1950), 1.537 (1975), 1.820 (2000), 1.755 (2014). Buurschappen: Bittens, Eesterburen, Filens, It Fliet, Gerns, De Kampen, Kievitshorne, Koudehuizum, Oosthem, Pankoeken, Rijpend, Tijm. Witmarsum was (1811-1816) een mairie van elf dorpen met 1.792 inwoners. Het dorp heeft een aansluiting op de A7 en is sterk op Bolsward georiënteerd. Er zijn goede voorzieningen, w.o. openbaar en p.c. basisonderwijs, een dorpshuis en diverse sportaccommodaties. De voorm. herv. Koepelkerk (1633, de koepel is van 1819) en de voorm. geref. kerk (1983) worden door de PKN gebruikt. Een evangelisatiekerk (1927) werd afgestoten (1962). De vermaning (1960) en de r.-k. Nicolaas van Tolentijn kerk (1903) nabij het vroegere klooster (later vormingscentrum) Vinea domini, worden religieus gebruikt. Geboorteplaats van Menno Simons waarvoor monument in It Fliet.

Zie: Plaatsnamen 271; Monumenten 315-316; http://www.witmarsum.com.

< >