In 1939 werd deze grafheuvel tussen De Poasen (aan de Heawei) en de Bûtewei (richting Sparjebird) door A.
Wassenbergh, H.J.Popping en H. van der Vliet onderzocht. Tijdens dit onderzoek aan de ernstig bedreigde heuvel was ook S.J. van der Molen aanwezig. Er werden geen paalkuilen of sporen van een kringgreppel aangetroffen, wel een greppel die direct om het centraalgraf was gelegen. Op grond van de bijgiften (een pijlpunt, mes en bijl van vuursteen en een natuurstenen hamerbijl) is de grafheuvel aan de Enkelgrafcultuur toe te schrijven.Zie: Vliet, H. van der, ‘In Stientiidgrêfhichte to Wynjeterp oan 'e Poaswei by Sparjebird', It Heitelân 21 (1939) 196-198; Molen, S.J. van der, Opsterlân (1977) 16.