Oud dorp (201 - 589), lokaal ook wel Foestrum genoemd, in Kollumerland.
Opp. ca. 976 ha. rond de dorpskern Fries essenlandschap, kleiterpenlandschap (N.) en woudontginning met coulissenlandschap (Z.) in gebruik als grasland. Er is weinig werkgelegenheid. Inw.: 986 (1840), 1.667 (1900), 657 (1950) - na afsplitsing en verzelfstandiging (1940) van Triemen, Zandbulten en Veenklooster - 582 (1975), 619 (2000), 637 (2014). Buurschappen: Beintemahûs, De Bûnte Hûn, Keatlingwier, Weardebuorren, Westerbuorren. De ligging nabij de Nije Swemmer (19e-eeuws stroomkanaal) en de Strobosser Trekfeart (waarlangs de N910 Dokkum-Kollum) bracht enige ontwikkeling t.a.v. watertoerisme. De PKN-kerk, in oorsprong 12e of 13e-eeuws, gewijd aan St. Martinus, is gerestaureerd (1957/1993). Er zijn naast p.c. basisonderwijs en een recent multifunctioneel centrum, weinig voorzieningen. Men is op Kollum, Dokkum en De Westereen georiënteerd. Zie: Plaatsnamen 258; Monumenten 310; Vries, O., Westergeastmer strjitnammen (2002); www.westergeest.net.