(Bindjei/Indonesië 15.5.1941 - ).
Jurist en bouwkundig HBO ingenieur. Werkte in het bedrijfsleven (1969-1977), als plaatsvervangend directeur scholenbouw bij het toenmalige ministerie van O&W (1978-1980) en was vice-president van de rechtbanken in Dordrecht (19801984) en Leeuwarden (1984-2002). Sleeswijk, Kamerheer honorair sinds 1 jan. 2014, heeft zijn hart verpand aan de (historische) zeilsport en verricht al geruime tijd onderzoek naar de Friese koopvaardijgeschiedenis. Ook het cultureel erfgoed ligt hem zeer na aan het hart. Zo was hij voorzitter van de Ottema-Kingma Stichting, lid van de Raad van Toezicht van Museum Paleis Het Loo in Apeldoorn en bestuurslid van de Stichting Epemastate IJsbrechtum. Van zijn grote passie voor de zeilsport getuigt zijn bestuursfunctie bij Fryslâns oudste zeilvereniging Oostergoo. Wrk.: ‘Ownership and finance during the 18th century; shipowning in Friesland', Anglo-Dutch mercantile marine relations 1750-1850(1991) 67-76; e.a., De boeier Friso (1994); e.a., SKS Skûtsjesilen (1995); Oostergoo is een verhaal dat nooit eindigt: 1848-1998 (1998); e.a., Rechterlijk Friesland 1811-1999 (1999); e.a. (red.), De museumcollecties. Een lust en een must (2005).
Zie: Jong de, M., ‘Tokkelen op Friese snaren', De Moanne, 10 (december) 2007, 54-57; LC 28.9.2002.