Veenvaart van Heerenveen oostwaarts langs de veenscheiding van Schoterland met Aengwirden en Opsterland.
De door de compagnons aangekochte veengronden werden er door ontwaterd en de turf werd er langs afgevoerd naar het westen. Halverwege de 16e eeuw gestart, was de vaart in 1599 tot Bontebok gevorderd. Tegen het eind van de 18e eeuw werd het eindpunt bereikt bij de Kapelleweg onder Hoornsterzwaag. Vanwege hoogteverschil werden vier schutsluizen aangelegd. Te Heerenveen vlak voor Het Meer, bij Bontebok (1664), Oudehorne (1754) en Jubbega Derde Sluis (1774). In 1968 werd een deel van de Skoatterlânske Kompanjonsfeart door het Waterschap Tjongercompagnonsvaarten verkocht aan de gemeente Heerenveen waarna het pand van Heerenveen tot De Knipe (bij de wegafslag naar Langezwaag) werd gedempt. (& Compagnonsvaarten). Zie: Schroor, M., Heren van het hoogveen (z.j. [2001]); Raad, H. de, Boezemwaterschappen en veenpolders in Zuidoost Friesland (1992) 123; Turf 145-186.