(Heerenveen 15.8.1865 - Haarlem 10.7.1937).
Studeerde Nederlands en geschiedenis in Groningen, promoveerde er in 1891. Leraar in Tilburg en Haarlem. Fries-Nederlands dichter en toneelschrijver. Medewerker aan diverse tijdschriften. Voorstander van spellinghervorming en volkstaal, ijverde voor Fries op school. Bekendste gedicht ‘Uit Brabant' (1907).Wrk.: Groningen als Hanzestad (diss. 1891); Gedichten (1897, Fr.);Toe mar (1906); Bragi (1901); Zelfkeur (1919) 193-203; Troelstra als Fries dichter (1925); Pier Panders kinst ta eare (1925); Het Fries in Nederland (1933).
Zie: Boer, M. de, ‘J.B. Schepers wie syn tiid fier foarút', Letterhoeke (2011) nr. 3; Skriftekennisse; LC 10.07.1937; Cannegieter H.G. Dzn., De Friesche Beweging (1917) 45-52; www.epibreren.com/poeziemarathon/DICHTERS/schepers.html, DBNL.