(Franeker 22.9.1698 (doop) - Franeker 29.4.1781).
Poortwachter van de Westerpoort van Franeker, waar hij zijn naam aan ontleende. Aanvankelijk tegelschilder te Franeker. Vanaf 1744 provinciaal landschapstekenaar aan de Franeker hogeschool. Als eerste topograaf, plaatsverbeelder, van Friese herkomst bracht hij met honderden levendige en betrouwbare stadsen dorpsgezichten de provincie in beeld. Meestal met gezichten vanaf het water; hij trok er met een eigen schip op uit. Ook een aantal Noord-Hollandse dorpen bracht hij in beeld en stelde een reeks fantasiegezichten samen. Voorts tekende hij met pen en penseel veel fraai uitgewerkte zeegezichten, van groot belang voor de maritieme geschiedenis. Bovendien stelde hij veel kaarten van waterlopen samen, gestoffeerd met silhouetten en wapens, van betekenis voor de historische geografie. Deze zijn vrij zeker in opdracht van de provincie en dikwijls in samenwerking met Willem Loré tot stand gekomen. Ze geven een goed beeld van o.m. de Dokkumer Ie, de Warkumer Trekfeart, de Slachtedyk en de Harlinger havenwerken. Hij leverde ook een aantal tekeningen voor de Vaderlandse Gezichten die vooral door niet Friese topografen werd bediend.
Zie: FD 17.4.1982; EK 141, 148, 149; DVF LIX (1979) 195; catalogus Het verheerlijkt Friesland (1966); EVF 531-532.