Nieuwe encyclopedie van Fryslân

Meindert Schroor PhH (2016)

Gepubliceerd op 10-01-2025

Oldeberkoop - Aldeberkeap - Ooldeberkoop

betekenis & definitie

Brinkdorp (204 - 550), oorspronkelijk op de Tsjonger/Kuunder gerichte rivierontginning, met streekbebouwing in Ooststellingwerf waarvan het tot het midden van de 19e eeuw de hoofdplaats was.

Opp. 1.819 ha. m.n. beekdallandschap en heideontginning vnl. in gebruik als grasland en natuur. Inw.: 659 (1840), 797 (1900), 1.200 (1950), 1.309 (1975), 1.493 (2000), 1.544 (2014). Buurschap: Deddingabuurt. Oldeberkoop was (1811-1816) een mairie van zes dorpen met 1.400 inwoners. ZO. van de kern de N351 (Wolvega-Oosterwolde) en W. de N353 (Oudehorne-Noordwolde). Het dorp kent enkele bossen zoals Koepelbos en Stuttebos. In het Molenbosch werden recreatieve verblijfsvoorzieningen gerealiseerd. Er zijn goede algemene voorzieningen, waaronder openbaar basisonderwijs en een multifunctioneel centrum, maar weinig werkgelegenheid. De Stellingwarver Schrieversronte is met een documentatiecentrum in het dorp gevestigd. De dorpskern, met enkele monumentale panden is een beschermd dorpsgezicht. De voorm. herv. PKN Bonifatiuskerk (oorspr. 12e eeuw) was gewijd aan Sint Vitus. Een herv. Evangelisatiegebouw (1936) werd woning (1992). Bekend is de jaarlijkse kunstmanifestatie/expositieroute ‘Open Stal'.

Zie: Plaatsnamen 177-178; Monumenten 242-243; Molen, S.J. van der, Oldeberkoop, dorp tussen de stromen (1986); www.oldeberkoop.nl; www.openstal.nl.

< >