(Pingjum 7.1.1822 - Huizum 9.10.1911).
Huisleerling van J.C.P. Salverda, arts te Huizum (1850-1911). Lid van de Selskipscommissie voor een Friese spelling (volgde zelf Gysbert Japix), medewerker aan Friesch Woordenboek (1879-1884). Fries dichter, in het bijzonder van liederen. Het meeste werk is opgenomen in het Lieteboek (1876). Vertaalde delen van Goethes Faust.Wrk.: Preaukes út Goethes Faust (1881).
Zie: Faber, R.A., ‘Verbi Frisici magister' Lucius Columba Murray Bakker (2003).