(Langweer 24.4.1911 - Sneek 4.2.1971).
Vermaard kortebaanschaatsster. Als 17-jarige absolute vedette van het seizoen 1928/1929. Het ‘schaatswonder van Doniaga' won in twee maanden tijd 26 van de 28 rijderijen waaraan ze deelnam. Uitgeroepen tot kampioene van Fryslân, Groningen en West-Friesland (toen nog officieuze titels). Haar totale prijzengeld (incl. prijzen in 1932 en 1933) werd becijferd op f 3.070,-.Zie: Vries, H. de, ‘IJskoningin kortebaan, Geeske Woudstra', Ut eigen Gea 22 (2011) 861-874; Bijlsma, H., De vrouwen van de hardrijderij (2010).