Nieuwe encyclopedie van Fryslân

Meindert Schroor PhH (2016)

Gepubliceerd op 10-01-2025

Landbouwcrises

betekenis & definitie

De Friese landbouw heeft te maken gehad met twee grote crises.

De eerste van 1878-1895 en de tweede van 1929-1940. Omstreeks 1878 werd de West-Europese markt overvoerd met goedkoop Amerikaans graan, waardoor de rentabiliteit van de akkerbouw werd aangetast. Veel boeren schakelden toen over op de veehouderij, waardoor de zuivelproductie sterk werd uitgebreid. Tegelijkertijd werd geknoeid met boter en liep de techniek van boteren kaasmaken achter bij andere landen. Om de omstandigheden te verbeteren werden zuivelcoöperaties opgericht. Tijdens de tweede crisis ondervond de Friese landbouw de gevolgen van de wereldwijde economische crisis. Nederland exporteerde steeds meer veredelings- en tuinbouwproducten. Omdat gedurende de Tweede Wereldoorlog de agrarische productie in verschillende delen van de wereld sterk was uitgebreid, was de concurrentie fors toegenomen.Zie: Bieleman, J., Geschiedenis van de landbouw in Nederland 1500-1950 (1992); Jansma, K. e.a., Tweehonderd jaar geschiedenis van de Nederlandse landbouw (1987); Zanden, J.L. van, De economische ontwikkeling van de Nederlandse landbouw in de negentiende eeuw (1800-1914) (1985); Spahr van der Hoek, J.J., Geschiedenis van de Friese Landbouw (1952).

< >