Volgens mythische vertellingen in het Oudfriese recht moesten de Friezen een zware belasting aan de Vikingen betalen toen ze onder hun heerschappij vielen, genaamd klipskelde.
De overgang naar het Frankische bewind en de bijbehorende huslatha wordt als gunstig afgeschilderd. De door Friezen aan het Frankische rijk verschuldigde belasting (waarschijnlijk ter vervanging van de Deense ‘klipschilda') op huizen; was gezien zijn geringe hoogte meer een symbolische erkenning van het rijksgezag. In hoeverre deze belasting werd opgebracht is onduidelijk; evenmin staat vast of de huslotha overging in het huisschot, dat bij het stemrecht een rol speelde. (& Klipschilda, Schotschietende huizen).Zie: Nijdam, J.A., ‘Klinkende munten en klinkende botsplinters in de Oudfriese rechtsteksten', DVF LXXXIX (2009) 45-66; Quak, A., ‘Der altfriesische huslotha', in: Hyvärinen e.a. (red.), Etymologie, Entlehnungen und Entwicklungen (2004) 287-294; EVF 375; IB IX (1949)131-139; Gosses, I.H., Verspreide Geschriften (1946) 144-151.