Nieuwe encyclopedie van Fryslân

Meindert Schroor PhH (2016)

Gepubliceerd op 10-01-2025

Groot, Willem Cornelis de

betekenis & definitie

(Hollum 6.10.1853-Leeuwarden 19.7.1939).

Architect van een omvangrijk en zeer gevarieerd oeuvre. Werkte vanaf 1881 zelfstandig, met name in Leeuwarden. Bouwde daar o.a. het Diaconessenhuis (1894) en de Julianavleugel van het Sint-Anthony Gasthuis (1910). Deze bouwwerken en de kerk van Tytsjerk (1893 en 1906) en Martenastate in Koarnjum (1900) vertonen neorenaissancestijl. In de vroege 20e eeuw kwam hij tot een Vernieuwingsstijl, met gebruik van kleurige bouwmaterialen waaronder, behalve herenhuizen en villa's (o.a. Marktstraat 22 in Sneek), m.n. het Gabbema Gasthuis (1906) in Leeuwarden opvalt. Zelfs zijn vroege volkshuisvestingcomplexen in Leeuwarden, de Oud Indische Buurt, de Saskiabuurt en de Hollanderwijk, vertonen deze levendige aanpak.Zie: Eskens, Marloes e.a., Willem Cornelis de Groot (1853 - 1939) Architect in Friesland (2009),

< >