De waterweg Leeuwarden-Dokkum.
Het water bestaat oorspr. uit zeker twee natuurlijke panden die nabij Tergrêft-Tergracht door een gegraven pand met elkaar zijn verbonden. Het zuidelijke pand stroomde aanvankelijk in Z. richting om (langs de Eewal) in Leeuwarden in de Middelzee uit te komen. Het noordelijke pand stond in open verbinding met zee totdat de zijl nabij en later in Dokkum het afstromen reguleerde. Toen door het dichtslibben en indijken van de Middelzee de afwatering langs Leeuwarden onmogelijk was geworden, werd in het pand N. van Leeuwarden een omkering van de stroomrichting tot stand gebracht en ontstond de Dokkumer Ie in de huidige vorm. De Ie (& Ee) was niet alleen voor de afwatering van waarde. De functie van verkeersweg, met name ook voor de dorpen in het NO. van de provincie, die sterk op Leeuwarden waren georiënteerd, was tot in de 20e eeuw van zeer groot belang. Nu fungeert het water als afstroomkanaal en vooral als recreatieve vaarverbinding Lauwersmar- Centraal Fries merengebied.Zie: Gildemacher, K., Het Friese water (2015); Betten, E., Het boek van de Ee (2014); Schroor, M., Geschiedenis van Dokkum (z.j. {2004]) 6568; Schroor, M., ‘Een zestiende-eeuws bestek: Het slatten van de Dokkumer Ee 1561-1565', NB 18 (1994) 33-36; Waternamen 219-220.