(Appingedam 2.4.1894 - Oegstgeest 15.12.1980).
Jurist. Groeide op in Heerenveen, waar hij voor het leven bevriend raakte met E. van Kleffens, volgde daar en in Leeuwarden de HBS, deed vervolgens Staatsexamen klassieke talen, studeerde te Leiden (promotie 1919). Hoogleraar handelsrecht en burgerlijk procesrecht Leiden (1927). Hield er op 26.11.1940 zijn bekende rede waarin hij protesteerde tegen het ontslag van Joodse collega's. Lid van de Raad van State (1958). Voor hem was Fryslân dat wat ‘oansûzet út 'e fierten fan tiid en romte en alles mei inoar mei in leaflik waes bimiellet'.Wrk.: ‘Fryslân', in: De Friezen bûten Fryslân 1923-1948 (1948) 79-81.
Zie: www.wikipedia.org/wiki/Rudolph_Pabus_Cleveringa_(1894-1980).