Nieuwe encyclopedie van Fryslân

Meindert Schroor PhH (2016)

Gepubliceerd op 10-01-2025

Appelscha - Appelskea

betekenis & definitie

Dorp (219 - 553) in Ooststellingwerf met het grootste dorpsgebied op het vasteland van de provincie.

Opp. ca. 3.986 ha. vnl. zandgrond: hoogveenontginning en heideontginning. In het noorden van het dorpsgebied, het kleinste deel, is veeteelt. Het zuiden bestaat overwegend uit natuurgebied met bos (aangelegd sinds 1900), heide en zandverstuivingen. Hier ligt het hoogste punt van de provincie (& Bosberg). Oud- of Hoog-Appelscha, het oorspronkelijke centrum is een brinkdorp. Na de aanleg van de Appelschester Voart, (& Compagnonsvaarten), verschoof het zwaartepunt van de bebouwing, aanvankelijk nog Nieuw-Appelscha geheten, naar de vaart. Inw.: 1.105 (1840), 2.226 (1900), 3.682 (1950), 3.677 (1975), 4.737 (2000), 4.686 (2014). Buurschappen: Aekinga-Aekinge (vlak ten zuiden van Oud-Appelscha met daarbij het Aekingerzand, Kale Duinen of Appelschaaster Duinen), De Bult, Terwisscha en Willemstad. De jonge veenkoloniale buurschap Appelscha-Derde Wijk werd in 1952 het zelfstandige dorp Ravenswoud. De N381, Drachten-Emmen (W. van het centrum), doorsnijdt het natuurgebied. De landschappelijke situatie maakte dat het toerisme in de 20e eeuw sterk groeide. Naast natuurrecreatie als publiekstrekker met verschillende campings en recreatiecentra, werd een pretpark gesticht. Onder Terwisscha, vlak naast de grote weg, ligt het bezoekerscentrum van het Nationaal Park Drents-Friese Wold. De (hervormde) PKN-kerk werd richting vaart verplaatst (1869). De voorm. gereformeerde kerk (1956) is eveneens nog in gebruik. Een andere hervormde kerk (1903) kreeg een nieuwe functie (2003). Van 1922 tot 1963 was er een tbc-sanatorium (Beatrixoord), nu een museum.

Zie: Mulder, G.P., Appelsche: bijdrage tot de geschiedenis van een oude Stellingwerfse boerengemeenschap (2010); Plaatsnamen 28; Monumenten 72; www.hvappelscha.nl.

< >