(Leeuwarden 12.9.1754 - Leeuwarden 21.2.1834).
Jurist; raadsheer Hof van Friesland (1780-1792). Als grietman van Hennaarderadeel (vanaf 1792) week hij vanwege orangistische gevoelens in 1795 naar Duitsland uit, om pas in 1806 terug te keren. Over die vlucht is een egodocument bewaard gebleven, opgetekend door Wopke Eekhoff, aan wie de jonker in zijn stadswoning, het Burmaniahuis te Leeuwarden, geschiedenisonderwijs gaf. Aebinga was vanaf 1814 Fryslâns eerste gouverneur in het Koninkrijk der Nederlanden. Hij bevorderde de Friese taal en cultuur. Moest op instigatie van het centrale gezag plaatsmaken voor een nieuwe gouverneur (1826). Was de laatste manlijke vertegenwoordiger van zijn geslacht.Zie: Raede; Kuiper, Y., ‘Een Friese jonker in ballingschap', JBG XLIX (1995) 182-193; Breuker, Ph.H., ‘In gouverneurswiksel yn 1826', De Strikel XXIV (1980) 106-109.