Gepubliceerd op 04-08-2020

Zijde

betekenis & definitie

Zijde, v. (-n), kant, gedeelte aan weêrskanten van het midden van iets; zek. ligchaamsdeel (boven de heup); deel eener bedstede; (zeew.) boord, regter- of linkerkant van een schip; (fig.) lijn van bloedverwantschap; streek; bladzijde; ter -, afzonderlijk; iemands - kiezen, zijne partij opvatten, zich voor iem. verklaren; dit is zijne zwakke -, op dit punt kan men hem treffen; eene - spek, zek. hoeveelheid spek; (zeew.) een schip op - leggen, (om het te kalfaten); de sloep op - (langs boord) halen; den vijand de breede - bieden, hem uit de bak- of stuurboordsbatterij beschieten; (fig.) scherts ter -, laat ons ophouden met schertsen; mijn oom van vaders -, mijns vaders broeder; mijn oom van moeders -, de broeder mijner moeder.

< >