Schellen, bw. ow. gel. (ik schelde, heb gescheld), aan eene schel trekken, de schel doen klinken; de meid -, haar door eene schel het sein geven te komen.
*-DRAAIJER, m. (-s), die de schel van de huizen afdraait, (straatjongensbedrijf).
Gepubliceerd op 04-08-2020
betekenis & definitie
Schellen, bw. ow. gel. (ik schelde, heb gescheld), aan eene schel trekken, de schel doen klinken; de meid -, haar door eene schel het sein geven te komen.
*-DRAAIJER, m. (-s), die de schel van de huizen afdraait, (straatjongensbedrijf).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: