Gepubliceerd op 04-08-2020

Mispikken

betekenis & definitie

Mispikken, ow. gel. verkeerd pikken, pikkende niet raken.

*...PLAATSEN, bw. gel. verkeerd -, kwalijk -, slecht plaatsen; dit is hier misplaatst, dit behoort hier niet (te staan enz.).
*...PRIESTER, m. (-s), priester die de mis bedient.
*...PRIJSELIJK, bn. en bijw. (-er, -st), laakbaar, afkeurenswaard.
*...PRIJZEN, bw. ong. afkeuren, laken.
*...PRIJZER, m. (-s).
*...PRIJZING, v.
*...PRIKKEN, ow. gel. verkeerd prikken, prikkende niet raken.
*...RAAD, m. slechte raad.
*...RADEN, bw. ow. gel. en ong. (ik ried mis), niet raden, verkeerd raden; (ik misried), een slechten raad geven; (ook) afraden, ontraden.
*...RADING, v.
*...RAKEN, bw. gel. niet raken, het doel niet treffen.
*...RAMEN, bw. gel. niet goed ramen, eene onjuiste berekening maken; zijne maatregelen niet goed nemen.
*...REKENEN, ow., ZICH -, ww. gel. verkeerd uitrekenen; zich in het rekenen vergissen; zich in zijne verwachting teleurgesteld zien.
*...REKENING, v. (-en), fout in eene berekening; (fig.) teleurstelling.
*...ROLLEN, ow. gel. verkeerd rollen; rollende het doel missen.
*...ROOIJEN, (B. ...IEN), bw. gel. verkeerd -, slecht peilen of meten.
*...ROOIJING, v. (-en).
*...RUKKEN, bw. gel. naar eene verkeerde zijde rukken.

< >