Minnenijd, o. gmv. jaloerschheid, jaloezij.
*-IG, bn. (-er, -st), jaloersch.
*...PIJN, v. (-en), smart door de liefde veroorzaakt.
*...PRAAT, m. taal der verliefden.
*...SCHICHT, m. (-en), pijl der liefde), Amorspijl.
*...SCHUW, bn. (-er, -st), onverschillig, geen liefde gevoelende.
*...SLUIKERIJ, v. overspel.
*...SPEL, o. (...len), het grappenmaken van verliefden.
*...STRIJD, m.
*...TAAL, v. gmv.
*...TOGT, m. liefde, hartstogt.
*...VADER, m. (-s), voedstervader.
*...VLAAG, v. (...agen), vlaag van buitensporige liefde.
*...VLAM, v. gmv.
*...VUUR, o. gmv. liefdegloed.
*...ZANG, m. (-en).
*...ZANGER, m. (-s), troubadour; (in Engeland) minstreel.
*...ZIEKTE, v. gmv. liefdekwaal.
*...ZORG, v. (-en).
*...ZUCHT, v. gmv. liefde, genegenheid. -, m. (-en), zucht van verliefden.