Gepubliceerd op 04-08-2020

Mars

betekenis & definitie

Mars, m. gmv. (fab.) god des oorlogs; (oudt. scheik.) ijzer; naam eener planeet, (aangeduid door het teeken ). *-, v. (-en), (zeew.) houten vlak om den mast; mand of bak met koopwaren (inz. galanteriën en kramerijen) die voor het lijf of op den rug gedragen wordt; (fig.) hij heeft niet veel in zijne -, hij weet niet veel.

< >