Lamp, v. (-en), verlichtingswerktuig; (fig.) dat riekt naar de -, aan dit (letterkundig) werk is veel tijd besteed, het draagt sporen van met veel inspanning bewerkt te zijn; de - des levens, het leven; hij heeft geen olie meer in de -, zijne krachten zijn uitgeput; de - (het licht) der zon.
*-ENDRAGER. m. (-s), toestel waaraan eene lamp hangt.
*-ENGLAS,
*-GLAS, o. (...zen), glas op eene lamp.
*-ENFEEST, o. zie LAMPFEEST.