Kondschap, v. gmv. berigt, bescheid, onderzoek; - krijgen, - inwinnen; (oorl.) op - (verkenning) uitgaan.
*-PEN, bw. gel. (ik kondschapte, heb gekondschapt), berigt geven, melden, kondschap geven.
*-PER, m.,
*-STER, v. (-s), berigtgever, -geefster; spion.