Gepubliceerd op 04-08-2020

Graf

betekenis & definitie

Graf, o. (graven), bergplaats voor lijken; grafteeken, graftombe; (fig.) de dood, het overlijden; met den eenen voet in het - staan, stokoud zijn; aan den rand des -s zijn of staan, digt bij den dood zijn; dat heeft hem in het - gebragt, heeft zijnen dood veroorzaakt; het heilige -, het graf van Christus; orde van het Heilige - van Jeruzalem, pauselijke ridderorde.

*-DICHT, o. (-en), treur-, lijkdicht.
*-DIEF, m. (...ven), grafschender.
*-DOEK, m. (-en), doodkleed.

< >