Gepubliceerd op 04-08-2020

Aanschouw

betekenis & definitie

Aanschouw, m. gmv. gezigt; blik (op iets); met den eersten -, op het eerste gezigt.

*-ELIJK, bn. en bijw. (-er, -st), gezien of aanschouwd kunnende worden, zigtbaar; bespiegelend; het - on- derwijs@#(dat van Pestalozzi).
*-EN, bw. gel. (ik schouwde aan of aanschouwde, heb aanschouwd of aangeschouwd), beschouwen, aanzien, toezien, gadeslaan; (fig.) gewaar worden; -de kennis, (wijsb.) kennis die door de gewaarwording wordt verkregen.
*-ING, v. (-en).
*-ER, m. (-s).
*-STER, v. (-s).
*...SCHRAPPEN, bw. gel. (ik schrapte aan, heb aangeschrapt), met een schrap aanteekenen of aanhalen.
*...SCHRAPPING, v. (-en).
*...SCHREEUWEN, bw. gel. (ik schreeuwde aan, heb aangeschreeuwd), tot iem. schreeuwen, iem. beknorren.
*...SCHREIJEN, bw. gel. (ik schreide aan, heb aangeschreid); iemand om hulp -, schreijende smeeken.
*...SCHRIJVEN, bw. ong. (ik schreef aan, heb aangeschreven), aan- of opteekenen; op rekening stellen; schriftelijk bevelen; oproepen, beleggen (eene vergadering); bij iem. goed of kwaad aangeschreven staan, bij iem. al of niet in gunst zijn.
*...SCHRIJVER, m. (-s).
*...SCHRIJFSTER, v. (-s).
*...SCHRIJVING, v. (-en).
*...SCHROEVEN, bw. gel. (ik schroefde aan, heb aangeschroefd), de schroef vaster draaijen.
*...SCHROEVING, v. (-en).
*...SCHUDDEN, bw. gel. (ik schudde aan, heb aangeschud), heen en weder bewegen.
*...SCHUDDING, v. (-en).
*...SCHUIVEN, bw. ow. ong. (ik schoof aan, heb aangeschoven), schuivende nader brengen of nader komen.
*...SCHUIVING, v. (-en).
*...SCHUREN, bw. gel. (ik schuurde aan, heb aangeschuurd), wrijven (tegen of iets).

< >