Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 31-01-2020

Spermatofoor

betekenis & definitie

Door een mannelijk dier gemaakte structuur die zaadcellen bevat om over te brengen naar een vrouwtje

Spermatoforen zijn het meest bekend van dieren die op en in de bodem leven. Bij springstaarten (Collembola), maakt het mannetje spermadruppeltjes op een steeltje en zet daarvan een groot aantal af op het substraat. Het vrouwtje kan deze spermatoforen ruiken, strijkt er met haar achterlijf overheen en neemt zo het sperma op. Bij de soort Orchesella cincta is vastgesteld dat het vrouwtje meerdere spermatoforen “besnuffelt” en een keuze maakt op grond van genetisch bepaalde eigenschappen.

Soortgelijke structuren komen voor bij mijten, tweestaarten, zilvervisjes, pseudoschorpioenen, schorpioenen, enz. Ze kunnen allerlei vormen hebben; sommige zijn voorzien van een deksel dat openklapt bij de bevruchting. Als er geen contact is tussen het mannetje en het vrouwtje, spreekt men van indirecte spermiënoverdracht. Meestal kan het mannetje wel de aanwezigheid van soortgenoten waarnemen en worden spermatoforen bij voorkeur afgezet op geconditioneerde plekken. Bij andere soorten is er sprake van een serie gedragingen waarbij de twee seksen elkaar vastgrijpen en heen en weer bewegen totdat het mannetje een spermatofoor afzet, die het vrouwtje opneemt.

In de spermatofoor zijn de spermatocyten immobiel; ze worden geactiveerd als ze in de vrouwelijke tractus terecht komen.

Ook bij insecten (krekels, sprinkhanen, diverse kevers), spinnen en salamanders komen spermatoforen voor die niet altijd op het substraat maar ook wel bij een copulatie als “spermapakket” overgedragen worden.

Of indirecte spermiënoverdracht een voorouderlijke toestand is waaruit later spermiënoverdracht met copulatie evolueerde, is niet duidelijk. De complexiteit van de spermatofoor en het gedrag rond de bevruchting lijken specifieke adaptaties aan het milieu, eerder dan een primitieve toestand.