Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 04-08-2020

Reptilia

betekenis & definitie

Groep viervoetige gewervelde dieren met een geschubde huid en een amniotisch ei

Terwijl de Amphibia in veel opzichten nog het bouwplan van de vissen hebben, zien we bij Reptilia de echte innovaties die een actief landleven mogelijk maakten. Reptielen markeren het begin van de Amniota, de groep waartoe ook vogels en zoogdieren behoren. Amniota zijn genoemd naar het amnion, het binnenste vruchtvlies bij de embryonale ontwikkeling. Verder zien we bij reptielen het begin van de dubbele bloedsomloop, begin van endothermie en het gebruik van de archinephridische ductus als afvoergang voor de testis.

Een opvallend verschil met de moderne amfibieën is de geschubde huid van de reptielen. Dit kenmerk hebben ze wel gemeen met de eerste amfibieën uit het Paleozoïcum. Men denkt dat de reptielen afstammen van de Anthracosauria, een uitgestorven amfibieëngroep die niet verwant is aan de moderne amfibieën. De reptielen kwamen op in het Carboon (310 Ma BP) en domineerden het landleven tijdens het Mesozoïcum (245-66 Ma BP). Tijdens de laatste periode van die era, het Krijt, stierven niettemin veel reptielen uit; o.a. de dinosauriërs zien we niet meer na de K-Pg-grens.

Kenmerkend voor de reptielen is het slaapvenster (fenestra temporalis), een opening in de schedel achter de oogkas. Men onderscheidt Anapsida (zonder slaapvenster: schildpadden), Synapsida (één slaapvenster: Therapsida, voorlopers van de zoogdieren) en Diapsida (twee slaapvensters: alle overige reptielen). Binnen de Diapsida onderscheiden we Lepidosauria (brughagedissen, hagedissen, leguanen, varanen en slangen), krokodillen, diverse uitgestorven reptielen zoals ichthyosauriërs en pterosauriërs, en twee groepen dinosauriërs, Saurischia en Ornithoscelida. Van de laatste groep stammen de vogels (Aves) af. Daarom is de klasse Reptilia strikt genomen een parafyletische groep.