Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 25-08-2019

Homo luzonensis

betekenis & definitie

Mensachtige waarvan fossiele overblijfselen gevonden zijn in de Filippijnen, 60.000 tot 70.000 jaar oud, waarschijnlijk op te vatten als een uitgestorven zijlijn van Homo erectus onderworpen aan dwerggroei

In 2019 rapporteerde een internationaal team van paleontologen de vondst van Homo luzonensis, genoemd naar het eiland Luzon, een van de grotere noordelijke eilanden van de Filippijnse archipel. Op dezelfde plaats, in de Callao-grot, was al in 2007 een bot gevonden dat men toen de Callao-mens noemde; dit bot wordt nu bij H. luzonensis gerekend.

De fossielen zijn verre van compleet; ze bestaan uit zes kiezen, twee vingerkootjes en een deel van het femur. Toch kan men concluderen dat het gaat om een mens (Homo) van zeer kleine gestalte met kenmerken die doen denken aan Australopithecus.

De ouderdom van de vondst wordt geschat op 67.000 jaar. Dat is in de tijd dat H. sapiens bezig was uit Afrika te trekken, maar centraal Azië nog niet bereikt had. De soorten die in Azië leefden waren de Denisova-mens en Homo erectus.

Dat de in Azië levende vroege mensachtigen op een gegeven moment ook de Filippijnen koloniseerden weten we sinds de vondst van stenen werktuigen en skeletten van neushoorns die tekenen vertonen van menselijk jacht- en slachtgedrag. Deze vondsten, gerapporteerd in 2018 zijn 709.000 jaar oud en moeten dus wel toe te schrijven zijn aan H. erectus.

In dit scenario zou de Luzonmens een verdwergde afstammeling zijn van H. erectus. Vanwege de kleine populatie op een eiland is door verlies van genetische variatie en inteeltdepressie dwerggroei opgetreden. Hetzelfde scenario wordt aangenomen voor de Floresmens, H. floresiensis, ook een afstammeling van H. erectus en ongeveer even oud, maar dan op het Indonesische eiland Flores.