Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 06-08-2020

Gastraea

betekenis & definitie

Hypothese geformuleerd door de Duitse evolutiebioloog Ernst Haeckel inhoudende dat de voorouder van alle dieren bestaat uit een organisme met twee cellagen, een buitenlaag en een darm, en één uitwendige opening

Ernst Haeckel (1834-1919) was een invloedrijk bioloog, groot aanhanger van Charles Darwin, die de evolutietheorie uitdroeg en verspreidde in continentaal Europa. Hij is vooral bekend vanwege zijn “Biogenetische grondwet” of “Recapitulatietheorie”. Volgens deze theorie (zie het lemma “wet van Haeckel”) is de ontogenie (embryonale ontwikkeling) een verkorte herhaling van de fylogenie (afstammingsgeschiedenis). Vernieuwingen in het bouwplan komen boven op een reeds bestaand ontwikkelingsprogramma dat dan versneld wordt doorlopen. Bijgevolg kunnen we de evolutionaire geschiedenis aflezen aan de embryonale ontwikkeling.

Omdat bij vrijwel alle dieren de embryonale ontwikkeling een vaste serie stadia doorloopt (van zygote naar morula, blastula en gastrula) veronderstelde Haeckel dat die stadia ook in de evolutie elkaar opgevolgd hebben. De diploblastische diergroepen (Porifera, Cnidaria en Ctenophora) zouden dan nog het gastraea-stadium vertegenwoordigen. Haeckel stelde zich voor dat de gastraea op haar beurt was geëvolueerd uit een vrijzwemmende blaasvormige structuur, vergelijkbaar met de blastula uit de embryonale ontwikkeling. Die blastula begon de voedselopname, die eerst over het hele oppervlak plaatsvond, te concentreren op één plaats en die plek verzonk in het blaasje en werd dieper. De voedselvertering werd beperkt tot de naar binnen gevloeide cellen. Deze taakverdeling had een evolutionair voordeel en werd bevorderd door natuurlijke selectie. Zo evolueerde uiteindelijk een dier met een darm, de gastraea.

Zowel de biogenetische grondwet als de gastraea-theorie zijn uit de gratie geraakt. De overeenkomsten tussen ontogenie en fylogenie worden tegenwoordig verklaard als evolutionaire heterochronie.

Alternatieve ideeën over de oorsprong van het dierenrijk zijn de planula-hypothese en de trochaea-theorie (zie de betreffende lemma’s).