Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 15-07-2020

Distaal

betekenis & definitie

Aan het uiteinde, weg van het lichaam of het centrum

Bij ledematen, poten, haren en andere uitsteeksels van het lichaam is behoefte aan een term om het verschil aan te geven tussen het uiteinde van zo’n structuur (distaal) of een positie dicht bij het lichaam (proximaal). Een vergelijkbare positieaanduiding is “apicaal”, wat betekent “aan de top”.

Een proximo-distale as is kenmerkend voor elke ledemaat of poot. Belangrijk is dat zo’n as bij de vorming van een ledemaat opnieuw aangelegd moet worden, loodrecht op de anterior-posterior-as. Hoe dit gebeurt is uitvoerig onderzocht bij de vorming van ledematen van gewervelde dieren en de poten van insecten.

Als door Hox-eiwitten is vastgelegd waar langs de lichaamsas een ledemaat aangelegd moet worden ontstaat daar een knop. De distale groei wordt vervolgens gereguleerd door signalen vanuit het uiteinde van de knop, de zogenaamde apicale ectodermale rand (AER). Deze rand brengt o.a. het regulatorgen Distal-less tot expressie.

Distal-less is voor het eerst beschreven bij Drosophila. Als het gen gemuteerd is kan het dier geen poten maken, vandaar de naam. Het homologe gen bij gewervelde dieren is Dlx, waarvan de mens zes kopieën heeft.

Interessant is dat Distal-less door het hele dierenrijk voorkomt en overal verantwoordelijk is voor de uitgroei van uitsteeksels vanuit het ectoderm. Zo is het niet alleen betrokken bij de groei van poten van insecten en ledematen van Vertebrata, maar ook bij de lobvormige poten van klauwdragers, de parapodia van wormen en de buisvoetjes van zee-egels. Overduidelijk zijn deze structuren niet homoloog met elkaar, maar er ligt wel een homoloog mechanisme aan ten grondslag.