Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 09-08-2020

Coolidge-effect

betekenis & definitie

Hernieuwing van seksuele motivatie bij beschikbaarheid van een partner waarmee nog niet is gecopuleerd

Bij ratten is bekend dat na een copulatie een refractaire periode ingaat waarin de motivatie om opnieuw te copuleren met dezelfde partner verminderd is. Als een andere partner aangeboden wordt leeft de seksuele drift echter weer op. Door steeds nieuwe vrouwtjes aan te bieden kan een mannetje volkomen uitgeput worden. Het Coolidge-effect blijkt vooral te gelden voor het copulatiegedrag zelf (erectie, intromissie); het ejaculeren van sperma vermindert bij opeenvolgende copulaties. Voor vrouwtjes geldt het Coolidge-effect mogelijk ook maar experimenten geven een minder duidelijk beeld omdat er andere factoren meespelen, o.a. de ovulatiecyclus.

Het effect wordt in verband gebracht met een door nieuwe ervaringen geïnduceerde piek van het hersenhormoon dopamine, dat de seksuele lust aanwakkert. Mogelijk is er een relatie met gedragsfenotypes die geassocieerd zijn met bepaalde dopaminereceptoren, zoals de zucht naar nieuwigheden bij DRD4-allelen. De evolutionaire verklaring ligt in het principe van Bateman dat zegt dat mannen gemakkelijker dan vrouwen hun nakomelingschap kunnen vergroten door met meerdere partners te paren (zie het betreffende lemma).

Het Coolidge-effect is bij veel dieren aangetoond. Het geldt ook voor hermafrodieten zoals poelslakken, die in groepen vaker copuleren dan bij huisvesting in paren. Maar het effect is ook bij veel dieren afwezig gebleken en is dus niet universeel. Aangenomen wordt dat het ook bij de mens optreedt, hoewel experimenteel onderzoek geen duidelijk beeld geeft.

Het verschijnsel is genoemd naar de Amerikaanse president (1923-1929) Calvin Coolidge, die zich bij een rondleiding op een kippenboerderij verbaasde over het feit dat hanen talloze malen per dag paren maar met verschillende hennen.