Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 20-06-2017

Wika

betekenis & definitie

Wika - acroniem van werker in kerkelijke arbeid. Zit citaat.

Wika’s heetten ze, Werkers in Kerkelijke Arbeid, opgeleid door Kerk en Wereld in Driebergen. Tussen 1945 en 1964 zijn er 402 mét diploma de wijde wereld in gestuurd, minder dan het aantal pagina’s van het proefschrift van Maarten van der Linde, dat de opkomst en ondergang van de Wika beschrijft en analyseert. Trouw, 03-11-93

Kuijlenburg, die net als B. was opgeleid tot ‘wika’ (werker in kerkelijke arbeid), werd later hervormd predikant in Maas en Waal. Trouw, 16-01-98

< >