too much - (Eng.), informele uitroep van ongeloof of verwondering.
We rolden van het lachen over de straat. Wat er na het overlijden van Sirius’ vader te voorschijn was gekomen, was ‘too much’. Too much; zo noemden we al het ongelooflijke en onbegrijpelijke. Boudewijn Büch: Links, 1986
‘Als je naar het geouwehoer van die gasten moest luisteren werd je stapelgek,’ vond Alan. ‘Oh wow man, helemaal too much weet je wel,’ de hele dag door. Haagse Post, 17-07-89